Wat er aan het eerste boek vooraf ging
Het was al bekend dat Annie op de lagere school de beste cijfers had voor het maken van opstellen. Met grote regelmaat moet zij haar opstellen voorlezen aan de klas en op de ouderavonden.Na de lagere school schrijft ze alleen nog maar verhaaltjes voor haar vriendinnen. Deze gaan altijd over onwaarschijnlijke gebeurtenissen, zoals brandende boerderijen en te vondeling gelegde kinderen, verhalen vol romantiek.
In de loop van haar huwelijk pakt Annie de draad van het verhalen schrijven weer op. Ze laat deze lezen aan mevrouw van Nes-Uilkens, een bekend schrijfster, en vraagt haar oordeel erover. Deze noemt het 'rommel' en ze adviseert Annie het te proberen met een gewoon verhaal over " was die aan de lijn hangt te drogen" en over " een poes in de zon".
Annie heeft het er moeilijk mee, maar volgt het advies op. Ze krijgt een compliment van mevrouw van Nes -Uilkens: "Nu je over deze simpele gegevens zoiets aardigs hebt geschreven, heb ik vertrouwen in je".
Er zijn daarna heel veel verhalen verschenen in Libelle, Margriet en het maandblad Moeder.