De tienerjaren
Na enige jaren, trouwt vader van der Beek op 20 september 1928 met Aaltje Jansen (32 jaar). Annie is dan 11 jaar oud. Aaltje was al bekend in de familie omdat ze naaister was en in de buurt woonde.Het echtpaar krijgt drie zonen, te weten: Sebus Johannes (1929), Willem Albert (1931) en Marinus (1934).
De meeste liefde en aandacht gaan uit naar haar 'eigen' kinderen, waardoor Annie buitengesloten wordt en zich achtergesteld voelt en waardoor de hunkering naar haar echte moeder nog groter wordt.
De spanning tussen Annie en haar pleegmoeder loopt zo hoog op, dat vader van der Beek besluit haar onder te brengen bij een gezin in Bunnik. De vrouw was voor haar huwelijk als onderwijzeres werkzaam In Wapenveld, en was in kost bij familie van der Beek. Deze familie heeft vier kinderen. Annie vindt het erg plezierig om met de kinderen om te gaan. Ze vertelt ze veel en ze luisteren graag. Na drie maanden komt vader van der Beek Annie weer ophalen, Annie meent dat hij niet zonder haar kan, maar later blijkt dat niet de echte reden te zijn. De gemeenschap heeft hierover haar afkeuring uitgesproken.
Als Annie in de hoogste klas zit, komt haar meester bij haar pleegouders met het verzoek Annie door te laten leren. De ouders staan hier echter afwijzend tegenover. Dus gaat ze met de andere meisjes naar de nijverheidsschool in Heerde. Deze opleiding duurt twee jaar. Vanuit Wapenveld fietst ze samen met de dochter van de brugwachter naar Heerde.
Annie is een meisje dat lef heeft. Op zaterdagavond gaan Annie en haar vriendinnen op de fiets naar Zwolle, waar ze uit dansen gaan. Dit is in Wapenveld niet gebruikelijk. Ze voelde zich 'gedekt' doordat de domineesdochter ook meeging. Zo gaat Annie haar eigen gang.
Na de schoolperiode gaat ze bij een pleegtante en -oom in Apeldoorn wonen. Deze mensen nemen haar op in hun gezin en ze blijft daar wonen tot aan haar huwelijk. Met deze familie bezoekt ze de gereformeerde kerk, waar ze ook belijdenis van haar geloof doet.